|
||||||||
“ Vocal Boogie with Instrumental Accessoires… “ Joe Hill Louis (1921-1957) was een zeer gewaardeerde Memphis-blues artiest, zanger, gitarist, mondharmonicaspeler en eenmansband. Joe Hill Louis, wiens carrière nooit echt nationaal is begonnen, was desondanks erg beroemd rond Memphis. Hij zong, speelde gitaar, blies mondharmonica, voegt percussie toe en maakte daarmee een van de meest opwindende en dansbare geluiden van de jaren vijftig. Hij was (samen met een andere Sam Philips’ protegee collega Memphis bluesman Doctor Ross) een van een klein aantal one-man-bluesbands, die commercieel in de jaren vijftig opnam. Hij was ook een sessiemuzikant voor Sun Records. Louis werd geboren als Lester (of mogelijk Leslie) Hill in Raines, Tennessee. Zijn bijnaam "Joe Louis" ontstond als gevolg van een jeugdgevecht met een andere jeugdbende. Op 14-jarige leeftijd verliet hij het huis om te werken als een knecht voor een rijke familie in Memphis. Hij werkte in de late jaren 1930 ook in het Peabody Hotel in Memphis. Vanaf het begin van de jaren veertig werkte hij als muzikant en eenmansband. Louis' opname debuteerde bij Columbia in 1949. Zijn muziek werd tot de jaren 1950 uitgebracht op verschillende onafhankelijke labels. Bij Sam Phillips' Sun Records nam hij uitgebreid op als achtergrondmuzikant voor meerdere andere zangers en onder zijn eigen naam. Louis was een pionier van vervormde en over versterkte gitaar die te horen is op een van zijn meest beroemde en invloedrijke opnames, "Boogie In The Park" (1950). Het was de enige plaat die werd uitgebracht op het vroege Phillips-label van Sam Phillips voordat hij Sun Records oprichtte. Het elektrische gitaarspel van Louis wordt ook beschouwd als een voorloper van heavy Metal muziek. Zijn meest opvallende opname bij Sun Records was waarschijnlijk als gitarist op Rufus Thomas's "Bear Cat", een antwoord op Big Mama Thornton's "Hound Dog", wat resulteerde in juridische stappen wegens inbreuk op het auteursrecht. Louis schreef mee aan het nummer "Tiger Man", dat opgenomen werd door onder andere Elvis Presley. Rond 1950 nam hij het Pepticon Boy radioprogramma op WDIA over van B. B. King. Louis stond ook bekend als "The Pepticon Boy" en "The Be-Bop Boy". Louis stierf op 5 augustus 1957 in het John Gaston Hospital in Memphis, op 35-jarige leeftijd, aan tetanus opgelopen als gevolg van een geïnfecteerde snee in zijn duim, opgelopen terwijl hij werkte als een klusjesman. Op de Jasmine-Records’ release ‘A’ Jumpin’ & A’ Shufflin’ the Blues, 1950-1954’ staan naast de vermelde nummers “Boogie in the Park” en “Tiger Man” verder ook enkele zeldzame opnames van labels zoals Checker (“When I’m Gone”, “Dorothy Mae”), Meteor (Bihari Brothers, Los Angeles) (“Western Union Man”), Rockin' Records (Henry Stone, Florida) (“She’s Taking All My Money”) en Big Town/ 4 Star Records (“Bad Woman Blues”, “Hydramic Woman”) en opnames onder de naam van Chicago Sunny Boy (“Jack Pot” en “Western Union Man”), Johnny Lewis (“She’s Talkin’ All My Money”) en Joe Hill & His Boys (“Goin’ Away Baby” en “Just Plain Tired”). ‘Jumpin’ & A’ Shufflin’ the Blues, 1950-1954’ is opzich een bijzonder “verzamelalbum”, omdat het alle facetten van deze unieke, wat bijzondere bluesman verzamelt. “ Joe Hill Louis’ ‘A’ Jumpin’ & A’ Shufflin’ the Blues, 1950-1954’ is a “special" compilation album, because it collects all facets of this unique, somewhat special bluesman… “ (ESC for Rootstime.be) Eric Schuurmans
Album track list: Album line-up: Discography Joe Hill & His One-Man Band: |
||||||||
|
||||||||